3.1 Lokale heffingen

Beleid en overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen

Beleid en overzicht op hoofdlijnen van de lokale heffingen

Belangrijkste uitgangspunten voor het gemeentelijk tarievenbeleid zijn:

  • Het toepassen van een jaarlijkse indexering voor loon- en prijsontwikkeling;
  • Het hanteren van maximaal kostendekkende tarieven;
  • Terughoudendheid ten aanzien van lokale lastendruk burgers en bedrijfsleven.

Indexering

Bij de Perspectiefnota 2020 is de tariefindex (gemiddelde van loon- en prijsontwikkeling) voor 2020 vastgesteld op 2,75%. Daarbij is melding gemaakt van onzekerheid omtrent de uitkomst van lopende cao-onderhandelingen. Inmiddels is een nieuwe cao gemeenten 2019/2020 bekend en doorgerekend. Dit resulteert in een kleine aanpassing van de gehanteerde tariefindex van 2,75% naar 2,5%.

Toerekening van overhead.
Voor het bepalen van kostendekkendheid van lokale heffingen moet extracomptabel overhead worden toegerekend. Conform de geldende financiële verordening vindt toerekening van overhead plaats op basis van directe ambtelijke capaciteitsinzet. Als generieke sleutel komt de ambtelijke capaciteit het meest in aanmerking, aangezien er een significante correlatie is tussen de omvang van de directe ambtelijke capaciteit en de omvang van de (ondersteunende) overhead. Ten slotte sluit deze keuze het meeste aan bij de techniek die het CBS op macroniveau hanteert.

Dit betekent concreet, dat de structurele netto-overheadkosten (€ 31,9 miljoen) worden uitgedrukt in een percentage van de totale directe ambtelijke capaciteitsinzet (€ 39,5 miljoen). Dit leidt tot een overheadpercentage van afgerond 81% conform de volgende berekening:

(a)

totale kosten directe ambtelijke capaciteitsinzet

€ 39.458.100

(b)

totale (netto toe te rekenen) overheadkosten

€ 31.899.100

(c=b/a * 100%)

overheadpercentage

81%

Dit overheadpercentage wordt in alle kostenopstellingen voor tariefberekeningen gehanteerd, waarmee sprake is van een consistente en onderbouwde werkwijze. Als de overhead wordt uitgedrukt als percentage van de totale begrote lasten exclusief reservemutaties dan levert dat een overheadpercentage op van 13% (€ 31,9 miljoen / € 247,2 miljoen). Door investeringen in de organisatie (CUP 18-22 en Perspectiefnota 2020; met name ICT/Digitalisering) is het overheadpercentage gestegen