3.7 Financiering

Rente-exploitatie

Rente-exploitatie

De rente-exploitatie geeft het verschil weer tussen de rentekosten en renteopbrengsten. Deze grootheden komen voort uit ontwikkelingen binnen de balans. De inkomsten van de rente-exploitatie zijn de in rekening gebrachte rentekosten op de geïnvesteerde middelen en uitgezette geldleningen. De uitgaven op de rente-exploitatie hebben betrekking op de te betalen rentekosten op reserves, voorzieningen en opgenomen geldleningen.

Rentepercentage

Begroting

Rekening

Investeringen en rentedragende reserves

3,5

3,5

Liquiditeiten saldo grondexploitaties

1,63

1,63

Uitgezette langlopende lening bij BNG

7,35

7,35

Kortlopend uit te zetten middelen

0

werkelijk

Kortlopend aan te trekken middelen

3,5

werkelijk

De berekening van het rentepercentage voor grondexploitaties is gebaseerd op specifieke richtlijnen vanuit BBV. Dit leidt tot een in de begroting gehanteerd percentage van 1,63 en is gebaseerd op het raadsbesluit “Actualisering grondexploitaties ultimo 2018”. Via besluitvorming bij de jaarrekening 2018 is het algemene rentepercentage verlaagd van 4,0 naar 3,5%.

In de renteparagraaf worden alle financieringslasten van de gemeente verzameld en doorberekend. Structureel is deze rente-exploitatie in evenwicht. Daarbij is rekening gehouden met het wegvallen van een hoogrenderende uitstaande lening, interen op bestaande reserves en het vervallen van de dotatie in 2021 aan de algemene reserve wegens voorfinanciering vervroegde aflossing A9-lening.

bedrag x € 1.000.000

2020

2021

2022

2023

stand 1jan

Rente

stand 1jan

Rente

stand 1jan

Rente

stand 1jan

Rente

Materiële vaste activa

225,5

3,5

254,7

3,7

266,9

3,8

268,1

3,9

Uitgeleende langl. leningen

14,4

0,5

5,3

0,2

5,3

0,2

5,3

0,2

Deelnemingen

7,7

0,3

0,3

0,0

0,3

0,0

0,3

0,0

Gronden en voorraden

12,6

0,0

12,4

0,0

9,2

0,0

11,4

0,0

Financieringspositie

53,4

-1,0

56,3

0,0

45,7

0,0

42,4

0,0

Totaal rente-inkomsten

313,5

3,4

329,0

3,9

327,4

4,0

327,6

4,1

Eigen vermogen

157,1

0,9

181,8

0,9

192,1

0,9

181,7

0,9

Eigen vermogen (rentevrij)

68,0

0,0

61,0

0,0

51,3

0,0

64,2

0,0

Vaste schulden > 1 jaar

73,5

3,3

71,2

3,2

69,0

3,1

66,7

3,0

Schulden < 1 jaar

15,0

0,0

15,0

0,0

15,0

0,0

15,0

0,0

Totaal rente-uitgaven

313,5

4,2

329,0

4,1

327,4

4,0

327,6

3,9

Saldo rente-exploitatie

0,0

-0,8

0,0

-0,2

0,0

0,0

0,0

0,2

Negatief saldo rente-exploitatie 2020
In 2016 is besloten de tweede tranche ad. € 21,1 miljoen aan Rijkswaterstaat voor de A9 eerder te betalen. De overliquiditeit en de rentevergoeding via schatkistbankieren van 0% leverde een voordeel op ten opzichte van de rentevergoeding die aan het Rijk betaald moest worden over de periode 2016-2020. Voor de betaling was een voorziening A9 getroffen die door een jaarlijkse interne rentevergoeding toegroeide naar € 21,1 miljoen in 2020.
In 2016 was de voorziening nog niet toereikend om het volledige bedrag aan Rijkswaterstaat te kunnen betalen (€ 18,6 miljoen). Het verschil is uit de algemene reserve gedekt met de gedachte dat dit via de wegvallende jaarlijkse rente voor de voorziening A9 terug gestort wordt. Meerjarig had dit geen consequenties voor het saldo van de rente-exploitatie.

Door het verlagen van de interne rekenrente van 4,5% naar 4% in 2018 en vervolgens naar 3,5% in 2019 is de rentevergoeding over met name "Materiële vaste activa" substantieel lager geworden in de afgelopen jaren. Door de nog bestaande taakstelling van € 950.000 vanwege de voorfinanciering tweede tranche A9 (zie "Financieringspositie" kolom 2020) is de rente-exploitatie incidenteel negatief. De meerjarige rente-exploitatie is structureel afgerond neutraal.