3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Mobiliteit

Mobiliteit

De grote projecten Amstelveenlijn, A9 en Stadshart leggen tijdelijk een extra beslag op onze organisatie. De raad heeft in het kader van het College Uitvoeringsprogramma 2018-2022 financiële middelen beschikbaar gesteld voor inzet van extra capaciteit tot en met 2022 voor onder meer de projectorganisatie, bereikbaarheidsregie, vergunningenmanagement en communicatie. Tegen die tijd is de Amstelveenlijn weliswaar afgerond, maar de projecten A9 en Stadshart lopen langer door. Daarvoor zijn ook na 2022 aanvullende financiële middelen benodigd.

Elk van deze projecten kent zijn eigen specifieke bekostiging en gemeentelijke bijdrage. Als er in aanvulling op de bestaande scope van deze projecten extra gemeentelijke wensen zijn, dan dienen deze aanvullend bekostigd te worden. Jaarlijks melden wij u in het kader van de Perspectiefnota de voortgang en leggen wij u zo nodig voorstellen voor.

Grote ruimtelijke en infrastructurele projecten
Inpassing verbreding Rijksweg A9
Specifiek onderdeel van de voorbereidende werkzaamheden voor de A9 is de verbreding van het viaduct van de Ouderkerkerlaan over de Beneluxbaan. Hiervoor heeft uw raad een gemeentelijke bijdrage beschikbaar gesteld van € 0,5 miljoen. Rijkswaterstaat en de Vervoerregio Amsterdam verlenen vaste bijdragen. De totale projectomvang bedraagt circa € 10 miljoen. Voor afdekking van het gemeentelijk financiële risico’s is een post onvoorzien gevormd. Vooralsnog zien wij geen noodzaak om u een aanvullend krediet te vragen.

Rijkswaterstaat heeft medio 2019 het project wegverbreding A9 Badhoevedorp - Holendrecht gegund aan een aannemerscombinatie. De uitvoering van het project vindt plaats in de periode 2020 - 2026. Na afloop van het project heeft de gemeente tot taak de aan de gemeente over te dragen projectonderdelen in te richten en in beheer te nemen. Dit betreft met name de drie overkappingen Oude Dorp, Stadshart en Meander, alsmede de diverse groenzones. De overkappingen zelf worden aangelegd en gefinancierd door Rijkswaterstaat. De inrichting van de overkappingen en groenzones komt ten laste van de Gemeente. De uitvoeringskosten ramen wij voorlopig op € 6 a € 8 miljoen, waarvoor wij u ook te gelegener tijd een kredietaanvraag zullen voorleggen. Wij verwachten u in 2020 een aanvraag te doen voor het verstrekken van een voorbereidingskrediet. Dat zal dan ook het moment en voorstel zijn om tegelijkertijd ook te besluiten over de dekking de voor te bereiden uitgaven. Overigens heeft de Vervoerregio € 0,9 miljoen gereserveerd voor de te realiseren fietsverbindingen in het kader van de Investeringsagenda Mobiliteit, waarop wij een aanspraak kunnen doen.

Inpassing ombouw Amstelveenlijn
Het project wordt in 2020 afgerond. In aansluiting op het werk dat door de opdrachtgever c.q. namens de opdrachtgever wordt uitgevoerd zijn enkele maatregelen wenselijk ten behoeve van een goede inpassing in de omgeving. Het gaat om zaken als aanpassen van de openbare verlichting en de wandelpaden en de aankleding van de onderdoorgangen. Wij verwachten deze kosten te kunnen dekken binnen de beschikbare middelen via de reserve Amstelveenlijn en de reserve grote projecten. Mocht dit onverhoopt niet haalbaar blijken, dan zullen wij een voorstel aan u voorleggen om aanvullende middelen beschikbaar te stellen.

Uithoornlijn
In de bestuursovereenkomst uit 2017 is afgesproken dat Amstelveen niet bijdraagt aan de aanlegkosten van de Uithoornlijn, maar wel een bijdrage aan de planstudie levert. Voor het opstellen van een bestemmingsplan, het begeleiden van de grondaankopen en de kosten van grondaankopen ontvangt de gemeente een kostendekkende vergoeding van de opdrachtgever, de Vervoerregio Amsterdam.

Doordat er eind 2018 concreet zicht is gekomen op de ontwikkeling aan het bedrijventerrein Amstelveen Zuid aan weerszijde van de Uithoornlijn, levert Amstelveen op één onderdeel wel een vaste bijdrage. Het bedrijventerrein wordt rechtstreeks op regionale infrastructuur ontsloten en om dit effectief en efficiënt te organiseren krijgt het viaduct van de Uithoornlijn over de N201 een grotere overspanning, zodat ter weerszijde van de N201 voldoende ruimte beschikbaar is voor het realiseren van ontsluitingen van het bedrijventerrein in de toekomst. Voor de aanpassing van het viaduct van de Uithoornlijn over de N201 vergoedt Amstelveen aan de vervoerregio Amsterdam een bijdrage van € 315.000 in 2023. De bijdrage wordt ten laste gebracht van de actieve grondexploitatie van bedrijventerrein Amstelveen Zuid, zodat deze kosten uit de opbrengsten van bedrijventerrein gedekt kunnen worden. Door de verhoging van het krediet vanwege deze investering in de infrastructuur, neemt de omvang van het risico voor de gebiedsontwikkeling op dit moment toe. Ter dekking van dit risico wordt de bestemmingsreserve “Bedrijventerrein Amstelveen Zuid” verhoogd met € 157.500, dit is 50 % van de geraamde investeringskosten.

Stadshart
Wij volgen de insteek dat de plannen van de commerciële partijen voor de gemeente ten minste budgettair neutraal moeten zijn. Maar voor het niet commerciële deel gaat dit niet op (Stadsplein, infrastructuur, culturele functies). De plannen daarvoor zijn echter nog onvoldoende uitgewerkt om te oordelen welke gemeentelijke investeringen daarvoor benodigd zijn. Wij zijn voornemens om in het kader van de Perspectiefnota 2021 voorstellen te doen voor met name de modernisering van de Cultuurstrip. Daarnaast zijn wij  voornemens om voor het Stadshartproject een grondexploitatie op te stellen zodat meerjarig kosten en opbrengsten met elkaar in verband kunnen worden gebracht.

Conclusie mobiliteit
Het belang van grote projecten voor de Amstelveense samenleving is duidelijk. Naast uitgaven voor de projecten zelf leidt dit ook tot een middelenvraag voor ambtelijke kosten. Vervolgens moet na afronding van de projecten de structurele last voor bijvoorbeeld groenonderhoud en wegen worden ingevlochten in de gemeentebegroting.

Bij de concrete vormgeving zijn tal van afwegingen aan de orde die tot een substantiële middelenvraag kunnen leiden. Zodra meer duidelijkheid bestaat over concrete projectkosten worden deze via Perspectiefnota of afzonderlijke voorstellen aan de raad voorgelegd.

Gelet op de aard en omvang van de projecten vinden wij een extra risicobuffer van € 5 miljoen reëel.